Hoewel een heel aantal start-ups zich bezighoudt met de strijd tegen voedselverspilling, breiden sommigen uit naar nichemarkten zoals hygiëneproducten en cosmetica. Op dit moment hebben slechts vier Europese landen wetten omtrent deze problematiek. Frankrijk is hier één van. België daarentegen beschikt momenteel nog niet over dergelijke wetten, wel bestaan er enkele inspanningen op lokaal niveau.  

Voedsel- en non-foodverspilling: een omvangrijk probleem

Een derde van al het voedsel in de wereld wordt verspild. In Frankrijk bedraagt deze verspilling tien miljoen ton per jaar, of ongeveer 150 kg per inwoner, volgens het Franse agentschap voor milieu- en energiebeheer (Ademe). Deze verspilling vertegenwoordigt een geschatte commerciële waarde van 16 miljard euro. Start-ups (Too Good To Go, Phenix, Willy Anti gaspi, Stokelp, enz.) zijn al goed ingeburgerd in de strijd tegen voedselverspilling, met distributeurs, fabrikanten en zelfs producenten.

Niettemin doet verspilling zich ook voor in de non-food sector - die 3% van de omzet van bedrijven uitmaakt - wat overeenkomt met een marktwaarde van 4,3 miljard euro (Ademe). Volgens Sven Ripoche, medeoprichter van Bene Bono, een start-up die zich specialiseert in het terugkopen en verkopen van "lelijke" groenten en fruit tegen gereduceerde prijzen, is het redden van non-food producten eenvoudiger. Ze bederven nauwelijks, zijn minder kwetsbaar en vereisen geen beheer van koelketens.

Belastingvoordelen voor donaties

Jean Moreau, oprichter van Phenix, een expert op het gebied van voedselverspillingbestrijding, wijst op de aanzienlijke vraag naar deze producten in de vrijwilligerssector. Echter, het vinden van deze producten is een uitdaging, aangezien klanten vaak de voorkeur geven aan vernietiging van voorraden boven donaties.

Ondanks deze uitdagingen benadrukt hij dat destockering, volgens Ademe, de meest impactvolle methode is om afval te verminderen, nog voor recycling en donaties. Gelukkig ontvangt de sector aanzienlijke ondersteuning van de Franse wetgeving. Sinds 1 januari 2022 verbiedt de AGEC-wet [1] bedrijven om onverkochte non-food producten te vernietigen en stimuleert hen in plaats daarvan om te doneren door middel van belastingvoordelen.

De bewustzijnslacune binnen de sector blijft echter een uitdaging. Volgens een onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Comerso, een start-up gericht op het verminderen van afval (zowel food als non-food), was 70% van de bedrijven in de non-food sector niet op de hoogte van de nieuwe verplichtingen die van kracht werden aan het begin van 2023.

Naast het aanpakken van destockering via de verkoop van geschenken, richten verschillende start-ups zich ook op particuliere verkoop, zoals Greez, dat zich specifiek richt op cosmetica en hygiëneproducten. Op de lange termijn streeft de start-up naar diversificatie van zijn bedrijfsmodel en overweegt het de recycling van producten die niet langer verkoopbaar of verbruikbaar zijn. De start-up experimenteert momenteel met bepaalde merken om lippenstiften te recycleren als sieraden of om douchegel en shampoo te transformeren tot... autowasmiddelen.

[1] AGEC of 'la loi anti-gaspillage pour une économie circulaire' heeft als doel de verandering in het productie- en consumptiemodel te versnellen om afval te verminderen en natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en het klimaat te behouden.