U bent hier

EU-Zwitserland: geen raamakkoord

De Zwitserse Federale Regering besliste op 26 mei 2021 om de internationale kaderovereenkomst (E: international framework agreement; D: Rahmenabkommen), die in 2018 werd onderhandeld met de EU, niet te ratificeren en zag ook af van verdere inspanningen om tot een vergelijk te komen. Reden daartoe waren, vanuit Zwitserse perspectief, fundamentele meningsverschillen op drie strijdpunten:

  1. de bescherming van Zwitserse lonen (de zogenaamde ‘flanking measures’ die Zwitserland toelaten om sociale dumping te voorkomen);
  2. de staatssteun aan bepaalde instellingen (bv. kantonnale banken in Zwitserland);
  3. het vrije verkeer van personen (concreet: over de rechten van EU-burgers die werken in Zwitserland).

En vorig jaar kwam er een vierde strijdpunt bij: de rol van het Europese Hof van Justitie.

Eerst een historisch perspectief:

Zwitserland en de Europese Unie (EU) werken al lang nauw samen, niet alleen op economisch vlak maar ook op een breder vlak (van wetenschappelijke samenwerking tot vrije beweging van personen in het kader van de Schengen-zone). De EU en Zwitserland sloten een vrijhandelsakkoord af in 1972 (bijna 50 jaar geleden!) en verdiepten hun economische samenwerking verder vanaf 1992 door het afsluiten van bilaterale akkoorden. Zo werden een eerste en tweede pakket van sectorale overeenkomsten afgesloten in resp. 1999 en 2004 (akkoorden bekend als Bilaterals I en II in Zwitserland). Ondertussen werden ca. 120 bilaterale akkoorden voor tal van punten en sectoren afgesloten. Vele van die bilaterale akkoorden zijn ondertussen meer dan 20 jaar oud en zijn dus toe aan een grondige herziening. De Europese Commissie wou dat hele lappendeken van bilaterale overeenkomsten niet moderniseren zonder een breder overkoepelende raamovereenkomst (international framework agreement, IFA), waarover men in 2014 begon te onderhandelen en tot een ‘in principe’ overeenkomst kwam in 2018. Sinds dan wacht dat draft raamakkoord op de ratificatie door Zwitserland, dat later meer uitleg vroeg over de 3 boven vermelde strijdpunten. Een overzicht van de bilaterale relaties tussen de EU en Zwitserland vindt men in bijlage (“Basic Facts on the Framework of EU-Switzerland Relations” - bron: website van de Europese Delegatie in Zwitserland). De Bundesrat (de Zwitserse Federale Regering) maakte op 26/05/2021 bekend dat Zwitserland het in 2018 onderhandelde internationale kaderakkoord met de EU niet zou ratificeren.

Welke economische en andere gevolgen zal het niet-ratificeren van de kaderovereenkomst tussen EU en Zwitserland hebben?

Vooreerst dit: de meer dan 120 bestaande bilaterale overeenkomsten blijven bestaan en blijven de basis van goede handelsovereenkomsten vormen. Alleen is het zo dat die bilaterale overeenkomsten beetje bij beetje uitdoven en niet worden vernieuwd bij het uitblijven van een geratificeerde raamovereenkomst.

De bilaterale overeenkomst betreffende medische technologische hulpmiddelen, die de wederzijdse erkenning van MedTech producten regelt, liep af per 26/05/2021 en illustreert goed wat zal gebeuren: voorheen konden Zwitserse producenten van MedTech producten hun producten probleemloos exporteren naar de EU-markt, maar dat is vanaf 27/05 slechts mogelijk mits EU-erkenning voor het MedTech product dat men wil exporteren naar de EU.

Kostenplaatje voor de sector: Euro 100 miljoen voor dit jaar (2021) en ca. Euro 70 miljoen per jaar nadien. In de toekomst zullen de bilaterale handelsovereenkomsten, afgesloten over de afgelopen 20 jaren, stelselmatig aflopen zonder hernieuwing (bij gebrek aan een geratificeerde kaderovereenkomst), wat telkens de uitvoer van die bepaalde producten naar de EU-binnenmarkt zal bemoeilijken.

Het moge duidelijk zijn: het niet-ratificeren van de kaderovereenkomst zal een aanzienlijke economische impact hebben. Die cumulatieve economische impact kan oplopen tot ca. Euro 500 miljard over de komende tien jaar voor Zwitserland. Zoiets mag niet verbazen gezien de nauwe economische betrekkingen. De EU is de grootste handelspartner voor Zwitserland: ca. 40% van de Zwitserse export gaat naar de EU-markt en de helft van Zwitserse import (cijfers 2020) komt van de EU-markt. Bijna alle industriesectoren worden in de toekomst getroffen door het uitblijven van een raamakkoord tussen de EU en Zwitserland.

Meer weten?

Voor een overzicht van de getroffen sectoren verwijzen we naar de tweede bijlage (“What if there is no Institutional Framework Agreement?” - bron: website Europese Delegatie in Zwitserland). Echter, het uitblijven van een raamakkoord zal niet alleen een economische (moeilijkere toegang tot de EU-markt) maar een bredere impact hebben, zoals op de samenwerking bij Europese onderzoeksprojecten.

Hoe moet het nu verder?

Dat blijft koffiedik kijken want Zwitserland heeft geen plan B. Zwitserland hoopt dat het, op een of andere manier, nieuw leven zal kunnen blazen in het bestaande arsenaal van bilaterale handelsovereenkomsten. Dat lijkt op ‘wishful thinking’ want de Europese Commissie wou zoiets slechts binnen het kader van een bredere raamovereenkomst. Hoe dan ook, Zwitserland is en blijft ook voor de EU de vierde belangrijkste handelspartner, na China, de V.S.A. en het V.K. Zwitserland is goed voor ca. 7% van de Europese export en bijna 6% van de Europese import komt uit Zwitserland. In een nabije toekomst ziet het eerder naar uit dat de economische betrekkingen verder onder druk zullen komen te staan. De toekomst zal dan uitwijzen of de economische verbondenheid tussen de EU en Zwitserland de beide partners terug aan de onderhandelingstafel kan brengen.

27 mei 2021