U bent hier

Duitse economie gekrompen in 2023

Hoge inflatie, stijgende rentetarieven en een trage wereldeconomie zorgden vorig jaar voor een krimp van het Duitse bruto binnenlands product (bbp) met 0,3 procent, volgens een eerste raming van Destatis, het Bundesamt für Statistik. Daarmee zal het land naar verwachting een van de slechtste leerlingen in de Europese klas blijken te zijn. In 2022 was er nog een groei van 1,8 procent. 

De Duitse economie werd in 2023 van meerdere kanten afgeremd. De hoge inflatie dempte de koopkracht van particuliere huishoudens, die minder gingen consumeren, en ze joeg de productiekosten van de bedrijven de hoogte in. Volgens voorlopige gegevens bedroeg de gemiddelde inflatie dit jaar 5,9 procent. Dit was het op één na hoogste cijfer sinds de hereniging van Duitsland, na een gemiddelde inflatie van 6,9 procent in 2022.

De Europese Centrale Bank (ECB) bestrijdt de hoge inflatie met de hoogste rentetarieven in haar geschiedenis. Vooral de bouwsector voelde de gevolgen hiervan: de vraag daalde omdat de droom van een eigen huis voor veel potentiële huizenbouwers in duigen viel door de dure financieringskosten.

De zware industrie leed onder de hoge energieprijzen, en de exporteurs voelden de impact van de zwakke wereldeconomie. De politieke onzekerheden - van de Russische oorlog tegen Oekraïne en de oorlog tussen Israël en Hamas in het Midden-Oosten tot de begrotingsturbulentie in de Duitse regering - strooiden volop roet in het eten.

Geen florissante vooruitzichten

Veel economen verwachten ook dit jaar geen duurzaam herstel in de grootste economie van Europa. Veel economische onderzoekers hebben recentelijk hun prognoses verlaagd; de meeste van hen verwachten nu een groei van minder dan één procent.

Sommige economen sluiten ook een nieuwe daling van het bruto binnenlands product niet uit. Het Instituut voor Macro-economie en Conjunctuuronderzoek (IMK) van de Hans Böckler Stiftung is van mening dat een van de belangrijkste oorzaken de zgn. “schuldenrem” is, die belangrijke investeringen in klimaatbescherming en infrastructuur in de weg staat.

Begrotingstekort, maar binnen Maastricht-normen

De federale regering, deelstaten, lokale overheden en socialezekerheidsinstanties hebben opnieuw meer geld uitgegeven dan ze binnenkregen. Volgens voorlopige gegevens bedroeg het tekort maar liefst 82,7 miljard euro. Dat is weliswaar ongeveer 14 miljard euro minder dan in 2022.

Toch voldeed Duitsland, na twee uitschuivers in de corona-jaren 2020 en 2021, voor het tweede jaar op rij aan de Europese begrotingsregel: In verhouding tot de totale economische output bedroeg het tekort vorig jaar 2,0 procent, volgens voorlopige berekeningen. In 2022 was dat 2,5 procent.

Volgens het Europese stabiliteits- en groeipact mogen EU-lidstaten een begrotingstekort hebben van niet meer dan 3% en een totale schuld van niet meer dan 60% van het nominale bbp. De regels waren tijdelijk opgeschort vanwege dure hulpprogramma's in verband met het coronavirus. Kort voor Kerstmis bereikten de EU-ministers van Financiën overeenstemming over hervormingsplannen: het plan is om in de toekomst meer rekening te houden met de situatie van elk land.

(Hieronder vindt u een link naar het persbericht van Destatis over de economische groei in 2023, met daarin nog doorverwijzingen naar dieper gravende analyses over de prestaties van de Duitse economie in haar geheel en van een aantal deelsectoren, zoals chemie, metaal, machinebouw, automotive.)

15 januari 2024