U bent hier

De Hongaarse landbouwsector in kaart gebracht

Het aantal Hongaarse landbouwbedrijven is sinds de laatste landbouwtelling in 2010 afgenomen van ongeveer 351.000 tot 234.000 in 2020. Dit is in lijn met de trend in de Europese Unie, waar het aantal landbouwbedrijven tussen 2010 en 2016 met 15% is afgenomen, waarbij met name kleinere bedrijven zijn stopgezet. De dalende trend deed zich vooral voor bij veehouderijbedrijven: in 2010 waren deze nog goed 46% van het totale aantal bedrijven, in 2020 was dat aantal teruggelopen naar 25%. Ondertussen is het aandeel landbouwbedrijven dat zich voornamelijk bezighoudt met de productie van gewassen, gestegen van 41% naar 67%. Het aandeel van gemengde bedrijven is gedaald van 13% in 2010 naar 9% in 2020. Zowel de lagere winstgevendheid van de veehouderij als het landbouwbeleid van de Europese Unie ten gunste van de productie van gewassen spelen een rol bij de toename van het aandeel van akkerbouwbedrijven in de afgelopen 10 jaar.

Het grootste deel (82%) van de meer dan 4,8 miljoen hectares landbouwgrond - dat is ongeveer 52 procent van het grondgebied van Hongarije - is akkerland, 15% is grasland, 2% zijn boomgaarden en het aandeel van wijngaarden bedraagt 1%. Jongere landbouwers gebruiken een groter deel van hun land voor de fruitteelt, terwijl wijnbouwers meestal ouder zijn. Op bijna een derde (31%) van de Hongaarse boomgaarden worden appels geteeld, 17% van het areaal is beplant met kersen, een tiende is voorzien voor walnoten en een kleiner deel voor pruimen (9%), abrikozen (8%), vlierbessen (6%) en perziken (5%). Meer dan de helft van de landbouwgrond wordt gebruikt door middelgrote landbouwbedrijven met 5 tot 300 hectare, en bijna driekwart van de wijn- en boomgaarden wordt door deze middelgrote boerderijen bewerkt. Op basis van de antwoorden op de vragenlijst is te zien dat de helft van de landbouwgrond wordt gepacht door boerderijen en dat 45% in eigen bezit is. Ten opzichte van 2010 is de oppervlakte per bedrijf in alle teelttakken toegenomen, met o.m. meer dan een verdubbeling in de wijnbouw.

De samenstelling van de veestapel van Hongaarse landbouwbedrijven is ook aanzienlijk veranderd sinds de laatste landbouwtelling. In 2020 werden ongeveer 927.000 runderen geregistreerd, 31% meer dan in 2010. Het is de moeite waard om te benadrukken dat Hongarije het enige lid van de Europese Unie is waar de rundveestapel sinds 2010 elk jaar is toegenomen. Tegelijkertijd is de stapel van 2,99 miljoen varkens en de 967.000 schapen afgenomen ten opzichte van de gegevens van 2010, evenals de 1,7 miljoen ganzen- en 2,5 miljoen tellende eendenkuddes (voor de eerste betreft het een daling met 38% en voor de laatste een daling met 46%). De kippenpopulatie is gedaald van 34 miljoen stuks in 2010 tot bijna 30 miljoen in 2020.

De verdeling van andere zogenaamde niet-agrarische activiteiten verschilt tussen bedrijven van verschillende grootte. Voor de kleinste bedrijven met een productiewaarde van minder dan 4.000 euro, is vleesverwerking (waaronder bijvoorbeeld het slachten van varkens) met bijna 10% de belangrijkste nevenactiviteit. Onder de grotere bedrijven met een productiewaarde van meer dan 100.000 euro is contractwerk in de landbouw de meest voorkomende niet-agrarische activiteit, 6% van de landbouwbedrijven doet ook aan dergelijke activiteiten. Maar het omvat ook wijn maken en bottelen, fruit- en groenteverwerking of bosbouw, die ook door veel Hongaarse landbouwbedrijven als nevenactiviteiten worden uitgevoerd.

Uit de antwoorden van managers blijkt dat 55 procent van hen tussen de 40 en 64 jaar oud zijn, maar een aanzienlijk deel (35%) van de landbouwbedrijven wordt geleid door managers van 65 jaar of ouder, en slechts 10% van de bedrijven wordt gerund door leden van de jongere generatie (14-39 jaar oud). De gemiddelde leeftijd van landbouwers neemt sinds 2010 gestaag toe en in 2020 is het aandeel landbouwers onder de 65 jaar gedaald van 73 naar 65%. Het aandeel vrouwelijke managers was hoger in de oudere leeftijdsgroepen, 33% van de landbouwers van 65 jaar en ouder was vrouw en hun aandeel was 26% voor wat betreft de jongere generaties.

Met betrekking tot de kwalificaties van managers kan worden gesteld dat de vroeger 'on the job praktijkervaring' in toenemende mate wordt vervangen door een landbouwopleiding. Hoewel in 2020 meer dan de helft van de Hongaarse boerderijen (53%) nog werd gerund door een bedrijfsleider met louter praktijkervaring, heeft 11% van de landbouwers een elementaire landbouwopleiding gevolgd, 19% middelbaar onderwijs en 9% hoger onderwijs. Opvallend is dat onder de jongere bedrijfsleiders de helft een soort gespecialiseerde opleiding heeft, en voor de grootste landbouwbedrijven met een productiewaarde van minimaal 500.000 euro bedraagt het aandeel met een hogere landbouwopleiding 60 procent.

De landbouwtelling in 2020 werd door het Centraal Bureau voor de Statistiek afgenomen bij ongeveer 234.000 landbouwbedrijven. Het doel van de landbouwtelling, die om de 10 jaar gehouden wordt, is om de structuur van de Hongaarse landbouwbedrijven en de huidige situatie van de landbouw optimaal in kaart te brengen.

19 april 2021