U bent hier

Nakende EU-ontbossingsregels zorgen voor onrust bij Indonesische meubelexporteurs

Volgens insiders uit de sector, wordt de Indonesische meubelexport nu al sterk beïnvloed door de aanstaande ontbossingsverordening van de Europese Unie, die naar verwachting begin volgend jaar van kracht wordt. Omdat de vereiste certificering duur is voor kleinere bedrijven en de Indonesische sector voor 85% bestaat uit micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, die niet gewend zijn om te voldoen aan complexe documentatie, zorgt dit voor ongerustheid in de sector.

De EU-verordening 2023/1115 inzake ontbossingsvrije producten (EUDR) bepaalt dat “elke exploitant of handelaar die grondstoffen die kunnen bijdragen aan ontbossing op de EU-markt brengt of daaruit exporteert, moet kunnen bewijzen dat de producten niet afkomstig zijn van recent ontbost land of hebben bijgedragen aan de aantasting van bossen. De EU commissie noemt “vee, hout, cacao, soja, palmolie, koffie, rubber en enkele van hun afgeleide producten, zoals leer, chocolade, banden of meubels”, als voorbeelden van dergelijke producten.

Indonesische producenten van houten meubilair zijn zich bewust van de naderende eisen en veel ondernemers zijn dan ook al begonnen met het verkrijgen van certificering voor het hout dat ze gebruiken, maar het proces is omslachtig. Indonesië beschikt weliswaar over zijn eigen Wood Legality Verification System (SVLK), maar deze ontbeert internationale erkenning. Tenzij Indonesische producenten kunnen voldoen aan de door de EU vastgestelde normen, zullen zij gedwongen worden hun exportmarktaandeel af te staan aan concurrenten in Vietnam en Maleisië. Uit cijfers van HIMKI blijkt dat de export van meubels en handwerk met 21 procent is gekelderd van 3,21 miljard dollar in 2022 naar 2,53 miljard dollar in 2023.

De provincies Oost-Java en Bantam, belangrijke producenten van bewerkt hout en meubilair, kenden aanzienlijke dalingen. Vergeleken met voorgaande jaren is export naar Europa drastisch gedaald. Dit maakte de situatie nog erger voor een sector, die al te lijden had onder de hogere transportkosten als gevolg van de geopolitieke spanningen en die nog niet volledig hersteld was van de gevolgen van de corona pandemie.

Sommige bedrijven exporteren onder de naam van een ander bedrijf, dat gewend is te exporteren, omdat ze niet in staat zijn voor hun eigen certificaten te betalen. Ook lang niet alle Indonesische houtleveranciers kunnen de legaliteit van het verkregen hout garanderen. Verschillende leveranciers zijn daardoor tot de conclusie gekomen dat het leveren en verkopen aan de binnenlandse markt de voorkeur geniet boven het navigeren door de complexe documentatievereisten voor export.

Momenteel gaat 54 procent van de Indonesische export naar de VS, gevolgd door de EU en Groot-Brittannië met een gezamenlijke 23 procent.  Afgezien van de traditionele exportmarkten gaan de Indonesische meubelzendingen vooral naar Afrika, India en Zuid-Amerika.

Bron: The Jakarta Post 9 maart 2024

20 maart 2024