U bent hier
Controversieel Brits wetsvoorstel stuit op Europees verzet: dit is de reden
Omstreden. Dat is het nieuwe wetsvoorstel van Brits premier Boris Johnson op zijn minst. Het Britse parlement gaf op 14 september een eerste keer groen licht voor de controversiële wet waarmee het VK een stok achter de brexit-deur probeert te houden. Hoe? Door zichzelf de toelating te geven om unilateraal terug te komen op het uittredingsakkoord – meer bepaald het Noord-Ierse protocol – dat de Britten begin 2020 met de EU sloten, ook al is dat in strijd met internationaal recht.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de zogeheten Internal Market Bill op veel bezwaren stuit, zowel van de EU als van Conservatieve partijgenoten van Johnson. Die laatste noemt het wetsvoorstel “een vangnet” om het VK te beschermen als er geen handelsakkoord met de EU komt tegen eind 2020, wanneer de brexit-overgangsperiode afloopt.
Wordt de wet van kracht, dan kunnen Britse ministers op eigen houtje maatregelen nemen om de handel en het vrije verkeer van goederen tussen Noord-Ierland en andere delen van het VK te garanderen – zonder enige handelsbeperkingen of controles met betrekking tot staatssteun aan Noord-Ierse bedrijven.
In strijd met internationaal recht
Dat is niet alleen problematisch, maar ook een schending van internationale afspraken. Ondanks de brexit blijven bepaalde Europese regels immers van kracht in Noord-Ierland, zodat de grens met EU-lidstaat Ierland open kan blijven en er daar geen grenscontroles komen.
Maar als Britse ministers zelf besluiten mogen nemen omtrent de handel met Noord-Ierland, dan kunnen ze in principe Noord-Ierse bedrijven vrijstellen van exportverklaringen voor producten die naar andere Britse gebieden worden verzonden. Het gevolg? De Internal Market Bill zou een gat slaan in de Europese interne markt, waardoor Engelse goederen via Noord-Ierland ongecontroleerd de Ierse Republiek kunnen binnenraken en omgekeerd.
Vlaamse bedrijven zetten zich beter schrap
Hoewel Johnsons omstreden wetsvoorstel nog tegengas mag verwachten in het Britse Hogerhuis, lijkt de toon gezet. Daarnaast veroorzaakt deze ontwikkeling mogelijk een vertrouwensbreuk tussen de Britse en Europese onderhandelaars die zich momenteel nog altijd over een eventueel handelsakkoord buigen tussen het VK en de EU. De tijd daarvoor dringt bovendien, want de brexit-overgangsperiode loopt eind 2020 ten einde.
Kortom, de kans is almaar groter dat we alsnog afstevenen op een harde brexit, zonder handelsakkoord. Dat Vlaamse bedrijven er goed aan doen om de impact hiervan in kaart te brengen en de nodige voorbereidingen te treffen, is dan ook een understatement.
|