De Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling (OESO of OECD in het Engels) publiceerde op 20/01/2022 een Economische Survey voor Zwitserland, iets wat de OESO om het anderhalve jaar doet. De OESO maakt niet alleen een overzichtsplaatje van de Zwitserse economie (met enkele macro-economische kerncijfers), maar licht ook kort het economische beleid door, waarbij de OESO zich steeds veroorlooft om enkele aanbevelingen te doen.

1. Zwitserse economie: macro-economische kerncijfers voor 2021-2023

Het Zwitserse bbp kromp in 2020 met 2,5% maar de Zwitserse economie herstelde zich tot een pre-coronacrisis niveau tegen midden 2021. Voor 2021 verwacht de OESO dat het bbp zou groeien met 3,5%. De OESO behoort zo tot het meer optimistische kamp, want meer voorzichtige vooruitzichten gaan uit van een bbp-groei van 3% voor 2021. De Zwitserse overheid slaagde erin om de impact van de coronacrisis op de werkloosheid te beperken via maatregelen zoals Kurzarbeit (equivalent technische werkloosheid). De OESO verwacht dat de werkloosheid in 2022-2023 verder zal dalen tot resp. 4,8% en 4,6%. Een ander punt waar de Zwitserse economie duidelijk verschilt met die van de EU, is de erg lage inflatie: 0,6% in 2021 en rond 1% in 2022-203. Dat heeft alles te maken met enerzijds de sterke Zwitserse frank waardoor ingevoerde producten nauwelijks een impact hebben op het algemene prijsniveau, maar anderzijds ook met het monetaire beleid gevoerd door SNB (de centrale bank) en met de lage overheidsschuld; zo bedroeg de bruto overheidsschuld slechts 44% van het bbp in 2020.

2. Zwitserse economie: OESO geeft goede punten voor het gevoerde relancebeleid tijdens de coronacrisis.

De OESO geeft goede punten voor het relancebeleid dat Zwitserland voerde tijdens de coronacrisis. De Zwitserse economie doorstond de huidige coronacrisis zonder al te grote kleerscheuren, dankzij factoren zoals: minder afhankelijk van coronagevoelige sectoren (toerisme of de vrijetijdsindustrie) en sterke bedrijven (ook enkele kmo's) die de competitie met de buitenwereld aankunnen. Dat alles neemt uiteraard niet weg dat enkel sectoren, waaronder horeca, zeer hard getroffen werden. De OESO veroorlooft zich om enkele aanbevelingen op middellange termijn te maken, tenminste als Zwitserland zijn hoge welvaartspeil wil behouden:

1. de binnenmarkt minder afschermen van buitenlandse competitie voor sommige sectoren; de OESO kijkt met bezorgdheid naar het afspringen van een framework agreement tussen Zwitserland en EU op het einde van mei 2021;
2. zorgen voor meer competitie in de binnenmarkt door het elimineren van interne belemmeringen (tussen kantons bv.);
3. iets doen aan de arbeidsproductiviteit die de afgelopen drie decennia daalde;
4. opdrijven van klimaatinspanningen zodat de targets van zero CO2-emissies tegen 2050 worden gehaald, inclusief meer inzetten op hernieuwbare energiebronnen;
5. hervorming van het pensioensysteem zowel qua financiering (uitbouw van de tweede zuil) als qua leeftijd (nog steeds 65 jaar voor mannen);
6. wegewerken van genderongelijkheid zowel naar lonen als naar pensioenen toe.