U bent hier

WTO: herstel wereldhandel van COVID-19 blijft erg fragiel

Het WTO voorspelt dat het mondiaal verhandelde volume aan goederen 9,2% terug zal lopen in 2020, waarna het in 2021 weer 7,2% zou gaan aantrekken. Toch waarschuwt het dat die ramingen erg onzeker blijven zolang de pandemie niet definitief is bedwongen en overheden wereldwijd hun respons erop zowat continu moet bijstellen.

Die geraamde volumedaling van de wereldhandel (-9,2%) ligt lager dan die met 12,9%, waar het optimistische prognosescenario in april 2020 nog rekening mee hield.

Juni en juli hebben nog nog relatief sterke handelsprestaties neergezet en brachten signalen van enig optimisme voor de wereldhandel in de rest van 2020: zo nam de handel in "sanitaire en gezondheidsproducten" een hoge vlucht en nam de economische activiteit weer enigszins toe nadat sommige lockdownmaatregelen her en der versoepeld werden.

Toch houdt het WTO er rekening mee dat deze expansie wel eens van korte duur zou kunnen zijn, zeker zodra aan de "inhaalvraag" (pent-up demand) is voldaan en de bedrijfsvoorraden weer zijn aangevuld.

Het kan allemaal dus nog negatief uitpakken voor de wereldhandel; veel zal ervan afhangen of het vierde kwartaal een heropflakkering van COVID19 brengt en hoe verbreid die zal zijn.

In 2020 zou de handelskrimp in Azië (-4,5% voor de export en - 4,4% voor de import) minder groot zijn dan in de overige regio's: Noord-Amerika (export: -14,7%; import: -8,7%), Europa (export: -11,7%; import: -10,3%), Latijns-Amerika: export: -7,7%; import: -13,5%

De 14,3% terugloop van de wereldhandel tijdens Q2-2020  (tegenover Q1-2020) was de scherpste daling ooit. Ook de Vlaamse totaalhandel bloedde tijdens datzelfde tweede kwartaal van 2020 met een daling van zelfs 20,6% tegenover het eerste kwartaal (export: -21,3%; import: -19,8%).

Toch geven een aantal zgn. high-frequency data/indicators - dat zijn statistieken die dagelijks of wekelijks beschikbaar zijn - zicht op enig gedeeltelijk herstel in het derde kwartaal van 2020:

  • volgens de PMI-index zonken exportorders in volle pandemie naar een historisch dieptepunt, maar zijn die sindsdien weer gaan stijgen. Zo was de PMI-(sub)index van de maakindustrie in april nog gezakt tot tot 27,1 , terwijl de dienstenindex nog dieper zonk (21,8). De basisindex is daarbij telkens 50, wat "geen verandering" betekent, krimp noch expansie. Eind augustus 2020 zat de maakindustrie-index weer tegen de balans aan (49,9) met in zijn spoor de dienstenindex (47,1).
     
  • Internationale commerciële vluchten

Na 80% te zijn teruggevallen tussen begin januari en medio april is het totale aantal vluchten inmiddels alweer wat gaan hernemen tot zowat 57% van het niveau in het begin van 2020. Intra-EU was het herstel het grootst en haalde alweer zelfs 95% van het januariniveau. Cargovluchten weerspiegelen daarbij het herstel van de goederenhandel, terwijl passagiersvluchten dan weer wijzen op een verbetering in de dienstenhandel.

  • Aantal persberichten rond economische activiteit en de teneur ervan 

Negatieve pers was er al vóór de pandemie, maar in maart ging de bodem er helemaal uit naarmate de dreiging groter werd. Sindsdien is de toon wat gaan milderen, een teken van een iets meer positieve kijk op de wereldeconomie, maar onlangs is de toon er weer somberder op geworden, wat onrustwekkend mag heten.

  • Prijsevolutie koper

De prijs van koper wordt alom beschouwd als een graadmeter voor economische activiteit gezien de cruciale rol van het industriële metaan als component in de nijverheid. Sinds medio maart is de prijs van de futurescontracten voor koper 42% omhooggegaan, op zich een teken van verbeterd economisch sentiment, maar ook hieraan is later in het najaar een eind gekomen, eveneens een onrustbarende ontwikkeling.

28 oktober 2020

Bijkomende informatie