U bent hier

Spaanse auto-industrie zit in de hoek waar de klappen vallen

Spanje is de tweede grootste autofabrikant van Europa. Het land telt 13 grote fabrieken en meer dan 50.000 werknemers zijn in de sector actief. Met een jaarlijkse productie van een 3 miljoen voertuigen is Spanje een belangrijke schakel in de globale auto-industrie.

Toch ziet het er slechter en slechter uit voor de Spaanse autofabrieken. Onder andere de fabrieken van Nissan, Renault, Mercedes, Ford, Volkswagen, Seat en Michelin liggen al weken stil. De productie van deze automerken werd dus met quasi 100% gereduceerd, waardoor de bedrijven verplicht worden om snel naar korte termijn inkomsten te zoeken en in de toekomst grondig te besparen. Het coronavirus is echter lang niet de hoofdreden dat de vooruitzichten voor de sector allesbehalve rooskleurig zijn, maar eerder een katalysator. Het is de recente evolutie van enkele automerken en hun beslissingen die de Spaanse auto-industrie doet huiveren.

De Nissan-fabriek in Barcelona is al geruime tijd een heikel gespreksonderwerp. Het bedrijf, dat om en bij de 3.500 directe en meer dan 10.000 indirecte werknemers telt, zou niet levensvatbaar zijn zonder het toevoegen van een nieuw model aan de productie. Momenteel produceert de fabriek onder de 30% van haar capaciteit, hetgeen noodzakelijk is om rendabel te zijn. Nissan plant de fabriek dus te sluiten en haar activiteiten onder te brengen in al bestaande fabrieken in Zuid-Afrika en Frankrijk.

Momenteel ligt de productie in de fabriek stil. De fabriek opende haar deuren weer op 4 mei, maar moest haar activiteiten wederom staken op 6 mei wegens een tekort aan onderdelen. Arbeiders werden opnieuw onder het statuut van technische werkloosloosheid geplaatst wat leidde tot stakingen en grote ontevredenheid en onrust.

Ook Renault plant hervormingen van haar activiteiten in Spanje. De fabrieken in Valladolid en Palencia produceren samen bijna 500.000 voertuigen per jaar, en zijn zo een van de belangrijkste ecosystemen van de nationale industrie. Nu wil Renault de productie van het model Kaptur (Valladolid) en model Kadjar (Palencia) verplaatsen naar de fabriek in Sunderland. In die fabriek worden momenteel de Qashqai en de Juke geproduceerd, evenals het elektrische model Leaf. De site, die 500.000 voertuigen per jaar kan produceren, zit momenteel onder haar capaciteit en zou dus rendabeler zijn met toevoeging van de Kaptur en de Kadjar. Toch rijzen er vragen bij deze beslissing, gezien de hogere productiekost in Sunderland en de onduidelijke situatie omtrent Brexit en toekomstige taxatiemethoden.

Beide ingrepen komen voort uit beslissingen die genomen werden door de alliantie Nissan-Renault-Mitsubishi, bij het inslaan van een nieuwe weg. Ze gaan voor een serieuze kostenverlaging en hogere productie en passeren zo de Spaanse productiefabrieken, wat catastrofaal is voor de sector en de nationale industrie. Er wordt gevreesd voor een sneeuwbaleffect, aangezien vernoemde automerken niet de enige zijn die voelen dat - mede door de coronacrisis - de strategie aangepast moet worden.

21 mei 2020