Volgens een analyse van het Internationaal Energieagentschap zijn de beste omstandigheden voor de bouw van offshore windparken te vinden op de Baltische Zee, Noordzee, Gele Zee en Oost-Chinese Zee. Polen heeft 770 km kust aan de Baltische Zee en aangezien dit segment van de energie-industrie zich dynamisch ontwikkelt, biedt dit voor Polen een enorme kans.

Onder de investeerders die windparken in het Poolse deel van de Baltische Zee willen bouwen, zijn zowel Poolse: PGE (grootste Poolse energieproducent), PKN Orlen en Polenergia als buitenlandse energiegroepen: Norwegian Equinor (voorheen Statoil), Duitse RWE en twee grote windenergiespelers: Portugese EDP en Deense Oersted. Hun voorbereidingen voor de bouw van offshore windparken langs de Poolse kust zijn al gevorderd. Volgens het schema zouden de eerste windturbines in 2025 klaar moeten zijn.

In het Poolse deel van de Oostzee is het mogelijk om windparken te bouwen met een totale capaciteit van 10-12 duizend MW. Dit zou bijna een derde van de huidige vraag naar elektriciteit dekken. Aangezien dergelijke windparken goedkoper zouden kunnen produceren dan kool-, gas- of kerncentrales, althans op lange termijn, zou dit neerkomen op lagere energieprijzen in Polen, evenals een lagere invoer van brandstoffen zoals gas of kolen.

In de eerste fase worden windparken met een totale capaciteit van 6.000 MW aan de Poolse Oostzee gebouwd. Ervan uitgaande dat de bouwkosten van 1 MW 2,5 miljoen EUR bedragen, zou de gehele investering ongeveer 15 miljard EUR kosten. Windparken op zee zouden door Poolse bedrijven kunnen worden gebouwd en de meeste elementen zouden in Polen kunnen worden geproduceerd (alle elementen van windparken, behalve turbines, worden in Polen al vervaardigd).

Een ander voordeel is duizenden nieuwe banen - eerst op de bouwplaats en later bij het onderhoud van windmolenparken op zee. Voor onderhoud zijn speciale schepen nodig en dergelijke schepen kunnen ook door Poolse scheepswerven worden gebouwd.