U bent hier

Na de delocalisering: relocalisering van de Franse industrie?

Sinds de jaren 2000 zijn grote Franse bedrijven kampioen geworden op het gebied van delocalisering ten koste van de industriële werkgelegenheid binnen Frankrijk. In een verslag van France Stratégie worden de redenen voor de achteruitgang van de Franse industrie onderzocht, aangezien Frankrijk samen met het Verenigd Koninkrijk de meest gedeïndustrialiseerde economie van de G7 is geworden. Een van die redenen is volgens France Stratégie de hoge belasting op productie, en een verschuiving van de 'indirecte' arbeidskosten, d.w.z. de loonkosten in sectoren die onderdelen of diensten leveren aan de industrie. Dit leidde tot een verminderd concurrentievermogen van de Franse industrie en een stijging van de delocalisering.

Door deze delocalisering van de Franse industrie hebben de grote Franse bedrijven hun concurrentievermogen kunnen behouden op wereldniveau, maar ten koste van de industriële werkgelegenheid. Dit is ook te zien in de cijfers over de werkgelegenheid in de Franse industrie. Het personeelsbestand in de industrie bedraagt nog maar 10,3% van de totale werkgelegenheid. Ook het aandeel van de industrie in het bbp is met 13,4% (in 2018) behoorlijk laag. Dit verschilt erg met de buurlanden. In Duitsland bedraagt het aandeel van de industrie 25,5%, in Italië 19,7% en in Spanje 16,1%. “Frankrijk ondergaat een zeer duidelijke deïndustrialisatie. Alleen het Verenigd Koninkrijk heeft een dergelijk fenomeen meegemaakt. De jaren 90 en 2000 werden gekenmerkt door een toename van handel en liberalisme. Het industriebeleid was enigszins taboe”, verklaarde Gilles de Margerie, commissaris-generaal van France Stratégie, tijdens een persbriefing.

Door de coronapandemie maakt Frankrijk een diepe recessie door en blijft de werkloosheid op een zeer hoog niveau. Dit wil de Franse president, Emmanuel Macron, veranderen. Hij heeft een herstelplan klaar om Frankrijk er weer bovenop te helpen. De maatregelen ten behoeve van innovatie en relocalisering zullen een bedrag van 15 miljard euro bedragen. Frankrijk heeft een industriële toekomst volgens Macron. Hij wil investeren in de toekomst en het Frankrijk van 2030 voorbereiden. “Dit is geen strategie om de moeilijkheden van het moment aan te pakken, dat hebben we al gedaan en we zullen dat blijven doen voor de sectoren die dat rechtvaardigen tot het einde van het jaar. Het gaat niet om het subsidiëren van sectoren in moeilijkheden. Het is een investering in de toekomst, in de versnelling van onze transformatie. Het betekent investeren in het Frankrijk van morgen.”, aldus Macron.

Bronnen:

23 november 2020