Hoewel de mei-cijfers van de Tsjechische industrie op het eerste gezicht zeer bemoedigend lijken, aangezien de productie op jaarbasis met een kwart is gestegen, wordt het steeds duidelijker dat de Tsjechische industrie de grenzen van haar huidige mogelijkheden heeft bereikt. Bovendien worden de hoge jaar-op-jaar cijfers nog steeds beïnvloed door de lage vergelijkingsbasis van het tweede kwartaal van vorig jaar, toen de eerste lockdown en vrijwillige sluitingen van start gingen, zodat het zinvoller is om naar de maand-op-maandcijfers te kijken.

In vergelijking met april is de industriële productie met 3,6% gedaald, vooral als gevolg van ongunstige ontwikkelingen in de grootste sectoren. De automobielindustrie, die zeker niet mocht klagen over een gebrek aan orders, kende een daling van bijna 11%. Tekorten aan onderdelen teisteren fabrikanten in het hele continent. En het zal nog wel even duren, aangezien sommige fabrikanten hun productie nu al terugschroeven in plaats van hun magazijnen te blijven vullen met onafgewerkte producten.

Intussen komen er ook zwakkere cijfers uit andere sectoren, zoals de elektrische en de chemische industrie. Bovendien is het tekort aan onderdelen niet het enige probleem voor de binnenlandse industrie, maar wordt zij ook geplaagd door hoge inputprijzen en een permanent tekort aan arbeidskrachten, dat nog wordt verergerd door de beperkte arbeidsmigratie.

Hoewel nieuwe orders voor de komende maanden gunstige resultaten voor de industrie beloven, maakt de onzekerheid over de beschikbaarheid van inputs voor de productie de onmiddellijke resultaten voor o.m. de automotive onzeker. De stijging van de orders in de sector bedroeg in mei 7% (zelfs 80% op jaarbasis), maar dit is daarom nog geen garantie voor een verdere groei van de productie. Voor de volledigheid kan men er misschien alleen aan toevoegen dat de waarde van de nieuwe orders ongeveer 10% hoger ligt dan in 2019.