U bent hier

Kansrijke sectoren

Deze landenpagina werd met de grootste zorg samengesteld maar houdt nog niet overal rekening met de meest recente gevolgen van de coronacrisis.

Clean Tech

Spanje bevindt zich in een bevoorrechte situatie voor de toepassing van hernieuwbare energiebronnen, zowel geografisch als klimatologisch. Sinds jaren heeft Spanje inzake zonne- en windenergie, competitieve sectoren, met toonaangevende fabrikanten en referentieprojecten.  In 2019 werd 4.752 MW aan fotovoltaïsche energie geïnstalleerd, meer dan vier keer zoveel als in de voorgaande negen jaar samen, wat neerkomt op een totaal van 8,7 GW. Daarmee is Spanje de Europese leider op het gebied van zonne-energie en de 6de plaats in de wereld. De windenergie produceerde 25.704 MW in 2019, wat betekent dat het het 2de Europese land is voor de productie van windenergie en de vijfde plaats in de wereld. Momenteel is 43% van de in Spanje verbruikte energie afkomstig uit duurzame bronnen en dit zal naar verwachting in 2030 76% zijn, potentieel goed voor meer dan 200.000 jobs. De huidige regering is ook van plan om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling en het Verdrag van Parijs te respecteren en heeft een totale decarbonisatie voor 2050 beloofd.

De Spaanse regering is van plan om de komende maanden in totaal 3,1 miljard euro te investeren in innovatieve projecten op het gebied van hernieuwbare energie. Dit zal bijdragen tot het creëren van werkgelegenheid, het stimuleren van de industrie en streven naar klimaatneutraliteit. Met de onlangs gelanceerde strategie voor onderzoek, technologie en innovatie wil Spanje de overheids- en privé-investeringen in deze sectoren verdubbelen om tegen 2027 2,12% van het BBP te vertegenwoordigen. Grote Spaanse energiebedrijven zoals Endesa, Iberdrola, Naturgy en Repsol zijn van plan om de komende jaren belangrijke investeringen te verrichten in groene en hernieuwbare energie, wat van cruciaal belang is voor hun toekomst, aangezien alle kerncentrales in Spanje tegen 2035 moeten worden gesloten.

Twee energiebedrijven, Enagás en Naturgy, zijn van plan om de grootste waterstofcentrale van Spanje te bouwen die tot 9.000 ton duurzame waterstof per jaar kan produceren in La Robla, León. Dit is een mooi voorbeeld van de doelstelling om over te stappen op hernieuwbare energie. De eerste Spaanse waterstofcentrale zal in 2022 in het Baskenland in werking treden, een project dat o.a. door de bedrijven Sener, Nortegas en Bizkaia Energy werd opgestart.

Ondanks het feit dat de beperking van de mobiliteit als gevolg van de COVID-19-crisis heeft geleid tot een ongekende verbetering van de Spaanse luchtkwaliteit, besloot 'Ecologistas en Accion' in zijn recent jaarverslag dat Spanje op dit gebied nog steeds moet verbeteren. Het verslag neemt als referentie de door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aanbevolen waarde, volgens welke de door ozon vervuilde lucht in 2020 35,7 miljoen mensen in Spanje heeft getroffen, 76% van de bevolking, alsmede 408.000 vierkante kilometer, goed voor 81% van het grondgebied. De nationale problemen van watervervuiling zijn ook opmerkelijk. In feite heeft tot 46% van de grondwatermassa's te lijden van nitraatvervuiling, voornamelijk veroorzaakt door de intensieve veehouderij, dit volgens een lijst die onlangs is opgesteld door het Ministerie van Ecologische Transitie. Volgens de statistieken van het Ministerie van Landbouw gebruikt de Spaanse agro-industrie gebruikt jaarlijks een miljoen ton meststoffen op basis van kunstmest. Veehouderijbedrijven produceren niet minder dan 80 miljoen ton mest. Het slechte beheer en de slechte controle van deze toxische uitbraken heeft de Europese Commissie ertoe gebracht een dossier tegen Spanje te openen wegens structurele watervervuiling.

O&O is essentieel om een duurzame, veilige en concurrerende energiesector in stand te houden en in Spanje is dit, net als in andere Europese landen, gebaseerd op het strategisch plan voor energietechnologie van de EU. Dit plan helpt de samenwerking tussen EU-landen, bedrijven en onderzoeksinstituten te bevorderen met het oog op de ontwikkeling van koolstofarme technologieën. De belangrijkste doelstellingen van dit plan hebben betrekking op de integratie van hernieuwbare technologieën in bestaande energiesystemen, nieuwe materialen en technologieën voor gebouwen, het concurrentievermogen in de wereldwijde batterijsector, e-mobiliteit, koolstofafvang, enz. Zonder meer zullen in er in de komende jaren kansen zijn voor Vlaamse bedrijven en onderzoeksinstituten die juist die verwante technologieën ontwikkelen.

Spanje zal ook efficiënt gebruik moeten maken van de 120 miljard euro aan Europese middelen die worden ontvangen in het kader van het COVID-19-herstelplan en de Next Generation EU. Spanje zal het tweede land zijn dat het meest profiteert van deze fondsen, waarvan 37% bestemd is voor groene investeringen en 33% voor digitale transformatie tussen 2021 en 2023.

In 2020 staan 10 Spaanse bedrijven op de A-ranglijst van het Carbon Disclosure Project: Endesa, Ferrovial, Siemens Gamesa, Telefónica, AENA, Grupo Logista, ENAGAS, Naturgy, Red Eléctrica en Cellnez Telecom. Deze ranking betekent dat deze bedrijven leiderschap tonen in het overnemen van de beste praktijken met betrekking tot duurzaamheid en het verminderen van de uitstoot van koolstof, dat ze de risico's en gevolgen van de klimaatverandering voor hun bedrijven hebben geëvalueerd en op welk niveau ze beleid en strategieën hebben toegepast om deze kwesties om te zetten in kansen. Deze overgang en veranderingen in bedrijven dragen bij aan meer onderzoek en innovatie in hun verschillende sectoren, voornamelijk in energie, transport en telecommunicatie. (Bron: CDP)

Acht van de tien Spanjaarden recycleren in hun woning en 93% beschouwt recyclage als goed voor het milieu, hoewel in Spanje slechts 33% van het huishoudelijk afval wordt gerecycleerd (EU- gemiddelde van 45%). In 2019 heeft elke Spaanse burger 17,7 kg plastic flessen, blikjes en verpakkingen gerecycleerd (9,1% meer dan het jaar ervoor) en 19,4 kg papier en karton (7,2% meer dan in 2018). De belangrijkste organisaties die de recyclage in Spanje beheren zijn Ecoembes (plastic flessen, blikjes, papier en karton), Ecovidrio (glas), Signus (banden) en Sigre (medicijnen). Aangezien dit non-profit organisaties zijn, moeten al hun winsten worden gebruikt om hun werkingskosten te dekken en ook om hun processen te verbeteren. Op het vlak van innovatie lanceerde Ecoembes in 2017 The Circular Lab, een R&D-centrum dat werkt aan projecten van start-ups die zich richten op eco-design en circulaire economie.

In mei 2020 heeft de Spaanse regering haar goedkeuring gegeven aan de Spaanse circulaire economiestrategie (EEEC), die is afgestemd op de doelstellingen van de circulaire economie-actieplannen van de Europese Commissie. Het zal worden uitgevoerd door middel van opeenvolgende driejarige actieplannen, die de specifieke maatregelen zullen omvatten die door de algemene overheidsadministratie moeten worden ontwikkeld om acties in de circulaire economie in Spanje ten uitvoer te brengen. In de strategie, die 'Circulaire Spanje 2030' wordt genoemd, worden voor dit decennium doelstellingen vastgesteld die het onder meer mogelijk maken het nationale materiaalverbruik met 30% te verminderen, de efficiëntie van het watergebruik met 10% te verbeteren en de afvalproductie met 15% te verminderen ten opzichte van 2010, waardoor de uitstoot van broeikasgassen door de afvalsector in 2030 onder de 10 miljoen ton zal komen te liggen. Hoewel de circulaire economiestrategie een transversaal karakter heeft, worden er zes prioritaire sectoren in genoemd: de bouw, de voedingsmiddelenindustrie, de visserij en de bosbouw, de industrie, consumptiegoederen, het toerisme en de textiel- en kledingsector. Om de vastgestelde doelstellingen te bereiken is niet alleen de actieve deelname van bedrijven, maar ook die van de Spaanse samenleving van cruciaal belang.

Tot de belangrijkste nationale organisaties behoren APPA (Vereniging van duurzame energiebedrijven), CENER (Nationaal Centrum voor Hernieuwbare Energie) en Tecnalia in Baskenland, dat ook zeer actief is op het gebied van EU-projecten. In wat de belangrijkste clusters betreft, is AVAESEN (Valenciaanse Gemeenschap) het vermelden waard, zij maken deel uit van het International Cleantech Network, het meest exclusieve forum van clusters en wereldleiders op het gebied van schone technologieën; ook INNOVALL, dat vorig jaar werd uitgenodigd voor de jaarlijkse bijeenkomst in Londen, om deel te nemen aan een netwerkevenement dat wordt georganiseerd door Clusters die groene technologieën op internationaal niveau promoten.

Vakbeurzen:

Marktstudie:

Voor meer informatie:

Sectororganizaties:

Digitalisatie

Het digitaliseringsproces is niet alleen een evolutie op bedrijfsniveau, maar ook een nieuw tijdperk waarin dit fenomeen de motor van de samenleving en economie zal worden, de belangrijkste steun voor innovatie en de drijvende kracht achter de investeringen. Spanje is in de EU één van de leiders op het gebied van netwerkontwikkeling en -dekking, en zijn 4G-netwerken bereiken 97% van de bevolking. Spanje staat op de 11de plaats van de EU-lidstaten in de 2020-editie van de Digital Economy and Society Index (DESI). Het staat op de 13de plaats wat betreft de integratie van digitale technologieën.

De omvang van de digitale economie bereikte 19% van het Spaanse BBP in 2019.  Volgens  het rapport ‘Digitale Economie in Spanje’, opgesteld door de Spaanse Vereniging van Digitale Economie (Adigital) en Boston Consulting Group (BCG) zal de situatie als gevolg van COVID-19 de verdere digitalisering van de Spaanse economie, zoals telewerken of onlinehandel versterken. Alleen de directe impact van deze sector, die bestaat uit bedrijven waarvan de hoofdactiviteit digitaal is, vertegenwoordigt al 9% van het BBP en is daarmee de op één na meest relevante sector in de nationale economie na het onroerend goed.

Op dit moment is Spanje een van de meest geavanceerde landen in de ontwikkeling van e-overheid in Europa, zoals aangegeven door het DESI 2020. In feite neemt 82% van de Spaanse internetgebruikers actief deel aan e-overheidsdiensten, vergeleken met het Europese gemiddelde van slechts 67%. Het Spaanse Digitale 2025-plan zal publieke, voornamelijk via EU-fondsen, en particuliere investeringen van 70 miljard euro mobiliseren in de volgende drie jaar. De digitalisering van de overheidsdiensten zal gebaseerd zijn op de actualisering van de technologische infrastructuur op belangrijke gebieden zoals werkgelegenheid, justitie en sociaal beleid. In 2025 zal 50% van de overheidsdiensten beschikbaar zijn via mobiele applicaties en zal de relatie tussen burgers en bedrijven en de overheid worden vereenvoudigd en gepersonaliseerd via de ontwikkeling van gepersonaliseerde diensten, de toegankelijkheid van overheidsdiensten op meerdere platforms en de bevordering van een nieuwe generatie banen. De Spaanse regering heeft een programma voor de digitalisering van het onderwijs goedgekeurd dat 260 miljoen euro zal mobiliseren. Van het totale bedrag van het programma is 184 miljoen euro afkomstig van Europese EFRO-fondsen en 70 miljoen euro van de autonome gemeenschappen. Het doel is om hardware en connectiviteit te bieden aan openbare centra. Daarnaast is er de gecoördineerde digitalisering tussen de publieke en de private sector, evenals steunplatforms voor leerkrachten, studenten en onderwijsautoriteiten. Dit alles zal gebeuren door de toepassing van artificiële intelligentie om een meer gepersonaliseerd onderwijs en een meer geïndividualiseerde analyse van de evolutie van de student te bevorderen. Wat de universiteiten betreft, zullen digitale bestuursmodellen worden geïmplementeerd om de informatiebeveiliging te optimaliseren, met speciale aandacht voor toegankelijkheidsproblemen en gegevensbescherming in de universiteiten.

De Baskische regering heeft het programma 'Basque Digital Innovation Hub (BDIH)(Baskische digitale innovatie hub) gelanceerd. Het is een nieuw steunprogramma om Baskische bedrijven, met name KMO's, gemakkelijker toegang te geven tot de wetenschappelijke, technologische en innovatieve capaciteiten om de uitdagingen van de intelligente industrie in de digitale productieomgeving het hoofd te bieden. Het initiatief heeft een economisch fonds van 450.000 euro en maakt deel uit van de door SPRI beheerde Baskische Industrie 4.0-strategie. Dit programma stelt Baskische KMO's in staat verbinding te maken en samen te werken met bepaalde Europese digitale innovatiecentra (DIH's). Het BDIH bestaat uit een verbonden netwerk van activa en ondersteunende diensten voor bedrijven, gespecialiseerd in verschillende gebieden van geavanceerde productie zoals Flexibele en Collaboratieve Robotica, Cybersecurity, Intelligente en aanverwante machines of Data Driven Solutions, die allemaal belangrijke technologieën zijn voor digitale en duurzame productie.

Het is ook interessant op te merken dat de digitalisering de komende 5 jaar vermoedelijk meer dan 1,2 miljoen Spaans jobs kan opleveren. In 2021 heeft het Ministerie van Economische Zaken en Digitale Transformatie een budget voor investeringen in digitalisering en telecommunicatie uitgetrokken van maar liefst 4,2 miljard euro, zijnde zes keer de toewijzing voor 2020. 109 miljoen euro zal worden gebruikt voor de ontwikkeling van het plan voor de Spaanse audiovisuele hub, met als doel de rol van Spanje als centrum voor het aantrekken van investeringen in de audiovisuele sector en als Europees platform voor het bedrijfsleven te versterken.

Het doel van de huidige Spaanse regering is Spanje een voortrekkersrol te laten spelen in de EU op het gebied van de digitalisering. Ook de EU-fondsen voor Spanje gaan dit ondersteunen. De eerste tranche (2021-2023), zo'n 72 miljard euro, die overeenkomt met de middelen van het EU-herstelmechanisme, is voor de digitalisering in infrastructuur, mobiliteit, de hervorming van het openbaar bestuur en het wetenschaps- en innovatiebeleid, voornamelijk in de modernisering en digitalisering van de industriële en KMO-structuur, het toerisme en de ondernemers. Een post die in de komende twee jaar meer dan 12 miljard euro zal opslorpen, dit is 17% van het totaal van 72 miljard euro. Daarnaast heeft het Spaanse Digitale 2025-plan tot doel 15 miljard Europese fondsen tot 2023 toe te wijzen aan tien belangrijke gebieden zoals de digitalisering van het MKB en de overheid, cyberveiligheid, 5G, ondernemerschap door de bevordering van nieuwe starters of opleidingen in digitale vaardigheden, zowel op het niveau van de burger als op het niveau van de tewerkstelling.

Vlaamse bedrijven hebben opportuniteiten in het e-commerce-segment, in datacenters en in de gezondheidssector door middel van investeringen in online medische platforms. Andere relevante opportuniteiten zijn: cyberveiligheid, AI, IoT, quantum computing, block chain en videogames. Op het gebied van connectiviteit is het vermeldenswaard dat ‘wearables’ blijven groeien, met een groei van meer dan 55% in het afgelopen jaar, en dat 5G de volgende revolutie zal zijn. 90% van de kleine Spaanse bedrijven bieden hun producten of diensten niet aan in online verkoopkanalen. Tot de belangrijkste obstakels behoren investeringen en tijd, maar vooral het gebrek aan digitale opleidingen. Dit creëert een kloof die een kans zou kunnen worden om digitaliseringsdiensten of kennisoverdracht op het terrein aan te bieden aan KMO’s. Dit zijn enkele van de sectoren waarin de digitale wereld op gang komt: de industrie, het toerisme, de gezondheidszorg, de detailhandel, het onderwijs, het bankwezen en de financiële sector. Van de verschillende organisaties in deze sector moet de aandacht worden gevestigd op het Barcelona Supercomputing Centre, een overheidsinstelling die werkt aan de invoering van een Europese chip waarmee de EU haar technologische soevereiniteit op het gebied van cyberveiligheid kan terugwinnen. Bovendien was de Spaanse multinational Telefónica, met hoofdzetel in Madrid, een pionier op het gebied van de uitbreiding van de 5G-verbinding in Spanje, gevolgd door Yoigo. Tot slot behoort de Baskische startup Sherpa.ai tot de top 10 van de AI bedrijven in de EU dankzij het disruptieve ‘Digital Assistant’ concept.

Al jarenlang is Barcelona de locatie van 's werelds belangrijkste vakbeurs op het gebied van mobiele telefonie, het Mobile World Congress, dat eind februari van elk jaar tienduizenden bezoekers ontvangt. Het is ook de moeite waard om de beurs Digital Show Enterprise te vermelden, gefocust op de digitalisering van belangrijke bedrijfsprocessen alsook alles wat te maken heeft met de meest technische aspecten tot het overheidsbeleid op de digitale agenda, cyberveiligheid en AI. De beurs vindt plaats in mei in Madrid (IFEMA).

Vakbeurzen:

Marktstudie:

Sectororganizaties:

Smart Logistics

Door zijn strategische ligging is Spanje een belangrijk land als het gaat om internationaal transport en logistiek. Spanje is goed verbonden met de rest van de mediterrane landen, Noord-Afrika en Zuid-Amerika, en fungeert vaak als een route naar de rest van Europa. Dit manifesteert zich met gegevens uit 2018 waaruit blijkt dat 290 miljard ton goederen per kilometer over de weg en 10 miljard ton per kilometer per spoor werd vervoerd. (bron: Observatorio del Transporte y la Logística en España)

Spanje is het land met de meeste kilometers kustlijn in de EU, waaronder 46 havens, waarvan 28 worden beheerd door de havenautoriteiten van de regering. De Spaanse havens verwerken ongeveer 60% van de export en 85% van de import van het land. Dit systeem van havens is goed voor 1,1% van het Spaanse BBP en biedt rechtstreeks werk aan meer dan 35.000 mensen. Een publiek-private investering van 8,7 miljard euro is gepland voor het Spaanse havensysteem in de periode 2020-2024. Deze financiering zal bijdragen aan het voldoen aan de toenemende vraag naar logistiek vervoer, de digitalisering vergroten, de landverbindingen verbeteren en de Spaanse economie weer op gang helpen. (bron: Ministerio de Transportes, Movilidad y Agenda Urbana)

Wat de stedelijke mobiliteit in de grote Spaanse steden betreft, blijkt uit gegevens van 2017 dat 33% van de verplaatsingen met het openbaar vervoer per bus en 67% per metro of trein plaatsvinden. Om aan het werk te gaan gebruikt 62,9% van de Spanjaarden auto's of bromfietsen/motoren en 13,3% maakt gebruik van het openbaar vervoer. In kleinere steden zoals Tarragona, Lleida o León is ongeveer 30% van de stadsbewegingen te voet of op de fiets. (bron: Observatorio de la Movilidad Metropolitana)

Elektrisch vervoer neemt geleidelijk aan toe in de grote steden, voornamelijk in de vorm van elektrische en hybride bussen, maar die maken nog steeds een zeer klein percentage van het totale wagenpark uit. Volgens de ANFAC, de Spaanse Vereniging van Auto- en Vrachtwagenbouwers, was er in 2019 een stijging van 272,2% in het aantal inschrijvingen voor elektrische bussen en microbussen in vergelijking met 2015. Hoewel dit nog steeds ver achterblijft bij andere Europese landen. In 2020 waren er ongeveer 7.000 openbare elektrische oplaadpunten in Spanje, voornamelijk in Catalonië.

De huidige Spaanse stedelijke agenda (2019) is ook in overeenstemming met de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling voor 2030 en is gericht op het creëren van meer menselijke steden. De agenda bestaat uit 10 brede strategische doelstellingen die nog eens 30 specifieke doelstellingen omvatten. Enkele van de doelstellingen zijn het duurzaam gebruik van hulpbronnen en het bevorderen van circulaire economieën, het verbeteren van de stedelijke economie, het garanderen van toegang tot huisvesting, het leiden en bevorderen van digitale innovatie, het revitaliseren van bestaande steden en het ondersteunen van duurzame mobiliteit. Een reeks indicatoren voor elke doelstelling zal helpen bij de evaluatie van het plan in de verschillende stadia van de uitvoering ervan.

De Europese fondsen voor regionale ontwikkeling (FEDER) zullen worden gebruikt om duurzaam vervoer te bevorderen en de infrastructuur voor de grote vervoers- en reisnetwerken in het hele land te verbeteren. Ook hogesnelheidstreinen zullen van deze fondsen profiteren, evenals de Atlantische en mediterrane verbindingen die met de rest van Europa zijn verbonden.

Vakbeurzen:

Marktstudie:

Smart Cities in Spanje: steden in ontwikkeling 2016

Voor meer informatie:

Sectororganizaties:

Voeding

Spanje wordt vaak de tuin van Europa genoemd vanwege de hoge productie van groenten en fruit die vervolgens wordt geëxporteerd (Spanje heeft 13% van de bruikbare grond van de EU). Spanje is de nummer één producent van groenten en fruit in de EU en de 6de in de wereld. De veeteelt en de visserij zijn ook een zeer belangrijke sectoren en bieden samen met de landbouw werk aan meer dan 700.000 mensen in Spanje, dit met een omzet van 23 miljard euro (2017). Ook in dat jaar waren de landbouw-, veeteelt-, visserij- en bosbouwsector goed voor 2,7 procent van het BBP. Als dit ook alle aanverwante activiteiten omvat, zoals vervoer, distributie, enz., stijgt dit tot 10% van het BBP.

Een probleem met de landbouwproductie in Spanje is echter dat deze, hoewel ze hoog is in aantal en hoeveelheid, niet erg productief is wat betreft het gebruik van de ruimte, de arbeid en de kosten. Dit is te wijten aan structurele en organisatorische problemen. Spanje heeft meer dan 3.500 landbouwcoöperatieven, en die zijn veelal zeer klein, vooral in vergelijking met die in andere landen bestaan (in Denemarken zijn er bijvoorbeeld slechts 28 coöperatieven, maar die zijn veel groter), en vinden het moeilijk om winst te maken en te onderhandelen over prijzen met distributeurs, voor verpakkingen, voor de export, enz. In de toekomst is er meer integratie nodig en meer nationale maatregelen die niet alleen de grotere coöperaties, maar ook de kleine en middelgrote ondernemingen ondersteunen.

De landbouwproductie in Spanje bedraagt 39% groenten en 37% fruit. Citrusvruchten worden in Spanje meer verbouwd dan in enig ander Europees land. De productie van wijn en olijfolie heeft een hoge waarde en bedroeg in 2017 respectievelijk ongeveer 1,5 miljard en 3,1 miljard euro. Spanje produceert 44% van de olijfolie in de wereld en ook 24% van de olijven in de wereld. (Bron: PwC)

Een groot deel van de Spaanse productie wordt vervolgens geëxporteerd, voornamelijk binnen Europa (naar Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk). In 2018 was 73% van de productie bestemd voor de Europese markt. De producten die Spanje buiten de EU het meest exporteert zijn kaas, olijfolie en olijven, wijn en druivensap. Om concurrerend te blijven op de Europese markt en verder weg, zal Spanje moeten investeren in het gebruik van nieuwe technologieën in de landbouw, de visserij en de veeteelt, en zal het strenge duurzaamheidsnormen moeten handhaven. Spanje importeert ook enkele voedingsmiddelen, voornamelijk ook uit de Europese Unie (53%), zoals maïs, schelpdieren, schaaldieren, sojabonen en tarwe. Volgens het Spaanse Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening waren de meest geïmporteerde voedingsmiddelen in 2019 schelpdieren, maïs, schaaldieren, verse vis en kaas, in die volgorde. De meeste zeeproducten kwamen uit Marokko. De belangrijkste herkomst van maïs en andere granen zijn Oekraïne, Brazilië en Frankrijk, de eerste tussen de EU-landen.

Het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) heeft een essentiële rol gespeeld bij de verbetering van het Spaanse concurrentievermogen, als sector waarvan de economie zo afhankelijk is. Spanje heeft in 2017 6,8 miljard euro ontvangen, het 2de land dat het meest heeft ontvangen in de EU. Deze middelen zijn verdeeld over de autonome regio's, voornamelijk Andalusië, Castilië La Mancha en Castilië y León. Sinds 2020 leggen deze EU-fondsen de nadruk op de bescherming van de natuurlijke hulpmiddelen en de bestrijding van de gevolgen van de klimaatverandering.

Vlaanderen exporteert traditioneel veel kapitaalsgoederen, ook machines relevant voor de landbouw en voedingssector. Spanje is zeker een interessante markt. Er zijn veel Belgische bedrijven die technologie, producten en diensten leveren aan de Spaanse voedselverwerkende sector. Hoewel de Spaanse sector een grote traditie, kwaliteit en proactiviteit heeft, zijn er bepaalde belangrijke punten die een opportuniteit kunnen worden voor Belgische bedrijven. In de eerste plaats zouden alle agrovoedingssectoren, die in het land in overvloed aanwezig zijn, als klanten kunnen worden beschouwd. Onder het Spaanse aanbod in de machine- en uitrustingssector zijn 30% kleine bedrijven, 65% middelgrote bedrijven en 5% grote organisaties. Grote Belgische bedrijven zouden kunnen profiteren van hun concurrentievoordelen en differentiatie ten opzichte van deze middelgrote Spaanse concurrenten om onder andere mogelijke verbeteringen in de kosten of snelheid van de dienstverlening aan te bieden. De bedrijven zijn over het hele land verspreid, maar 3 regio's nemen 69% van de productie voor hun rekening: Catalonië (38%), Madrid (16%) en Baskenland (15%). Bovendien heeft de sector, door de toenemende vraag naar fabrieken en de aanpassing van de productieprocessen, de laatste jaren een reeks ingenieursbureaus ontwikkeld die zeer actief samenwerken met de fabrikanten van machines en apparatuur voor de voedingsindustrie, waar Belgische bedrijven hun waarde zouden kunnen inbrengen.

Als het gaat om de consumptiegewoonten in Spanje, zijn fruit, groenten en melk de meest geconsumeerde producten in gezinnen. In 2019 gaf de gemiddelde Spanjaard 1.506,88 euro uit aan eten en drinken dat thuis werd geconsumeerd. Enkele specifieke producten die vooral belangrijk zijn voor Vlaamse exporteurs naar Spanje zijn chocolade en bier.  In 2019 steeg de bierconsumptie met 0,6% ten opzichte van het jaar ervoor en 1,59% van het huishoudbudget gaat naar de aankoop van bier, een stijging van 4%. De bierconsumptie per inwoner bedraagt 18,11 liter per persoon per jaar. E-commerce van bier wint aan belang met 2,7% van de consumenten die in 2019 online kochten, hoewel het vooral in supermarkten en hypermarkten wordt gekocht. De consumptie van chocolade is in 2019 licht gedaald met 1,7%. De verbruikte hoeveelheid per persoon per jaar is 3,52 kilo en het bedrag dat per persoon per jaar aan chocolade wordt besteed is 25,79 euro. Chocolade wordt voornamelijk gekocht in supermarkten en hypermarkten, waarbij 1,7% via het internet wordt gekocht. (Bron: Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación).

De horecasector in Spanje is enorm belangrijk dankzij het toerisme en de consumptiegewoonten en heeft onlangs een enorme klap gekregen door de COVID-19-pandemie. Hierdoor heeft de voedsel- en drankensector in 2020 4,3 miljard euro minder verdiend dan in een gemiddeld jaar en zijn er sinds februari 2020 1.800 bedrijven verdwenen, zelfs ondanks een hogere consumptie in Spaanse huishoudens. In normale omstandigheden bevindt 74,3% van de consumptie buitenshuis zich in bars, restaurants en cafés, wat neerkomt op ongeveer 1.000 euro per jaar per persoon.

De belangrijkste Spaanse organisatie in deze sector heet FIAB, de Spaanse federatie van voedings- en drankindustrieën. Het is ook mogelijk om specifieke organisaties of verenigingen te vinden in de diverse subsectoren zoals ASEDAS (Spaanse Vereniging van Distributeurs, Selfservice en Supermarkten) of ANICE (Nationale Vereniging van Vleesindustrieën in Spanje). Tot de belangrijkste clusters behoren die van de Baskische Voedselcluster (Baskenland), NagriFood (Navarra) en Foodnutrition Cluster (Catalonië).

Vakbeurzen:

  • www.alimentaria-bcn.com De absolute topper is ALIMENTARIA in Barcelona, na ANUGA (Keulen) de tweede grootste Europese voedingsbeurs.
  • www.gourmets.net Salón Internacional del Club de Gourmets in Madrid is de ideale beurs voor producten met toegevoegde waarde, gourmet, voeding en dranken in het luxe-segment.
  • Fruit Attraction

Marktstudies:

Voor meer informatie:

Sectororganizaties:

Volksgezondheid, farmaceutica en biotechnologie

Het Spaanse publieke gezondheidssysteem is de afgelopen tien jaar op achteruit gegaan in vergelijking met de rest van de EU-lidstaten. Wat de overheidsinvesteringen volgens de OESO-richtlijnen betreft, is Spanje het vierde land dat het meest heeft bezuinigd op zijn gezondheidssysteem met een daling van 7% naar 6,2% van het nationale BBP, wat zich vertaalt in 7,6 miljard euro minder. Als gevolg daarvan speelt het private gezondheidssysteem een steeds belangrijkere rol in de gezondheid van de Spaanse bevolking: de private sector voert vandaag 30 procent van de chirurgische ingrepen uit, registreert 24 procent van de opnames en worden er 24,5 procent van de urgentiegevallen geboekt. Momenteel bestaat de private sector uit 458 ziekenhuizen en 51.212 bedden.

Spanje is de vierde grootste farmaceutische markt in de EU in termen van verkoop en werkgelegenheid en de vijfde grootste in termen van productie. Verschillende strategische buitenlandse dochterondernemingen van farmaceutische reuzen zoals Novartis, Janssen Pharmaceutica, Pfizer en Sanofi zijn in Spanje gevestigd. Spaanse multinationals zoals Grifols, Almirall, Esteve en Laboratorios Cinfa vallen ook op onder de lokale bedrijven. Op dit moment zijn er naar schatting bijna 350 farmaceutische bedrijven, met een productie ter waarde van meer dan 15 miljard euro. De farmaceutische industrie genereert ongeveer 40.000 directe jobs in Spanje, en onrechtstreeks zo’n 200.000. Bijna 8% van de totale Spaanse (publieke en private) R&D in het land wordt uitgevoerd door de farmaceutische industrie, die in 2019 1,2 miljard euro bereikte. Daarnaast werd een recordaantal aan export van  geneesmiddelen vastgesteld, namelijk meer dan 12 miljard euro.

Spanje is het belangrijkste land in Europa en het vierde in de wereld als het gaat om het aantal klinische tests met geneesmiddelen en heeft het potentieel om een draaischijf te worden voor investeringen in de farmaceutische sector. Het door de farmaceutische industrie voorgestelde plan voor economisch herstel post COVID heeft de volgende doelstellingen: het verhogen van de industriële investeringen door het oprichten van nieuwe productiefaciliteiten in Spanje, het moderniseren van bestaande fabrieken en het uitbreiden van deze fabrieken; het aanmoedigen van investeringen in fundamenteel en klinisch onderzoek en het versterken van de samenwerking met instellingen voor het versterken van O&O in Spanje. De Vlaamse bedrijven zouden kunnen profiteren van de recentelijk genoemde ontwikkelingen en hun waarde als onderneming op het gebied van infrastructuur, ICT, O&O en/of werk- en managementmodellen kunnen inbrengen. 

Spanje is de negende wereldmacht in de biotechnologiesector, volgens het rapport van de Spaanse Vereniging van Biobedrijven (AseBio). In 2019 waren er 2.969 bedrijven met biotechnologische activiteiten, waarvan 751 biotechnologische bedrijven. Van de biotechbedrijven is 47% gericht op gezondheid, terwijl nog eens 38% zich richt op voedselgerelateerde toepassingen. Biotechbedrijven hebben een totale omzet van 0,8% van het BBP en genereren een impact van meer dan 8,2 miljard aan omzet, ongeveer 0,7% van het nationale totaal. Daarnaast zijn ze goed voor meer dan 100.000 jobs, 0,6% van de totale nationale werkgelegenheid. In de komende jaren wil Spanje zijn investeringen in O&O in verhouding tot het BBP verhogen tot ten minste het Europese gemiddelde, dat meer dan 2% bedraagt, terwijl het in Spanje minder dan 1,25% bedraagt.

Dit scenario genereert een groeiend vertrouwen van buitenlandse investeerders in Spaanse biotech en pharmaceutische bedrijven. In de huidige context van de COVID-19-pandemie is de biotechnologiesector nog relevanter geworden als een van de belangrijkste sectoren. Het zou een 'veilige haven' voor investeerders kunnen worden, aangezien er wordt ingezet. De opportuniteiten zijn het aanbidden van innovatieve producten en diensten die tegemoetkomen aan onvervulde medische behoeften.

Tot slot kan er ook nog gewezen worden op de mogelijkheden die de ouderen in Spanje bieden, ook wel de ‘silver economy’ genoemd. In 2020 heeft de bevolking boven de 64 jaar in Spanje een historisch record bereikt; voor elke 100 mensen onder de 16 jaar zijn er 125 boven de 64 jaar. Bij dit cijfer moet het aantal oudere buitenlanders worden opgeteld die besluiten zich na hun pensionering in het land te vestigen. Volgens het INE (Nationaal Instituut voor de Statistiek) bedroeg dit aantal in 2019 meer dan 400.000 personen. De markt voor bejaardentehuizen lijkt in Spanje grote kansen te bieden, omdat het land de hoogste levensverwachting in Europa heeft, de bevolking vergrijst en er vooral een tekort aan bedden is. Geschat wordt dat het huidige aanbod in de komende 30 jaar zal verdubbelen om aan de toekomstige vraag te kunnen voldoen. Dit zou zich kunnen vertalen in een kans voor de bedrijven die zich richten op het leveren van woon- en zorgdiensten voor ouderen, alsmede infrastructuur en medisch materiaal voor hen.

Quironsalud, Clínica Universidad de Navarra of Clínica IMQ Zorrotzaurre behoren tot de meest succesvolle private ziekenhuizen van het land. Op farmaceutisch gebied moet Grifols, PharmaMar of Cofares, toonaangevend bedrijf in de distributie van geneesmiddelen in Spanje, worden genoemd. Volgens de biotechsector zijn AELIX, Palobiofarma of Plant Response drie van de meest relevante in de sector.

Vakbeurzen:

Marktstudie:

Sectororganizaties:

Specifieke vraag of probleem?

Flanders Investment & Trade heeft een wereldwijd netwerk van experten dat uw bedrijf ter plaatse helpt.

Ontdek wat FIT voor u kan doen in Spanje