Infrastructuurprojecten

De buitenlandse handel is belangrijk voor de Gambiaanse economie, aangezien hij 58% van het bnp voor zijn rekening neemt. Het land wil zijn economie bevorderen door investeerders evenwaardig aan lokale ondernemingen te behandelen en door een liberale handelspolitiek te voeren. Bovendien is de uitbreiding, modernisering en informatisering van de haveninfrastructuur prioritair zodat producten goedkoop kunnen ingevoerd, uitgevoerd en opgewaardeerd worden in het land.

De haven van Banjul aan de monding van de Gambiarivier is een veilige en efficiënte haven en de rivier is bevaarbaar tot meer dan 400 km het binnenland in. Ook voor de uitbreiding van de luchthaven van Banjul, het telecommunicatienetwerk, de energiesector en het wegennetwerk zal geld worden vrijgemaakt. De Gambiaanse telecommunicatiemaatschappij GAMTEL stelt zowel een digitaal telefoniesysteem als satellietcommunicatie ter beschikking.

In het nationale energiebeleid van de overheid neemt hernieuwbare energie een belangrijke plaats in en de sector staat open voor private investeringen. De “National Water and Electricity Company Limited” (NAWEC) is het overheidsbedrijf dat instaat voor de productie, de transmissie en de distributie van water, elektriciteit en rioleringsdiensten van Gambia. Momenteel baat ten minste één bedrijf een energiecentrale uit als onafhankelijke energieproducent en in 2017 werd een eerste windturbine geplaatst in Batukunku.

Het "Gambia Renewable Energy Center" (GREC), onderdeel van het Ministry of Environment Climate Change and Natural Resources, onderzoekt de mogelijkheden voor zonne-energie, windenergie en biomassa (zaagsel, afval van aardnoten, stro).

Landbouw

De landbouw is de belangrijkste sector van de Gambiaanse economie en de ontwikkeling ervan is een prioriteit voor de overheid, vooral nu door de klimaatverandering de voedselzekerheid in het gedrang is. Zo’n 200.000 hectare is geschikt voor landbouw en water is altijd voorradig uit de Gambiarivier. Bovendien staat de overheid steeds klaar met incentives voor de landbouwsector en voor de verwerking tot voedingsproducten. Het land hoopt een belangrijk exporteur van voedingsproducten te worden.

Er zijn dan ook heel wat opportuniteiten in de agro-industrie. Zelf biedt het land tropisch fruit, groenten (uien, aardappelen, kool, bonen …), granen, cassave, wortels en oliehoudende producten aan. Hoewel er voldoende vee en gevogelte aanwezig is, volstaat dat niet altijd om de toeristische sector te bevoorraden.

Er is een hoge nood aan landbouwmachines (tractoren, sproeimachines, zaai- en oogstmachines …) en irrigatie-installaties (met inbegrip van zonnepanelen). Ook (gekoelde) opslagplaatsen, silo’s en verpakkingsmachines zijn welkom, evenals alles wat met transport, verkoop en distributie te maken heeft. Daarnaast heeft men nood aan voeding voor gevogelte en vis, farmaceutische producten voor de veeteelt, pesticiden en meststoffen. Ten slotte vermelden we nog slachtinstallaties en oliepersmachines.