U bent hier

Kansrijke sectoren

Deze landenpagina werd met de grootste zorg samengesteld maar houdt nog niet overal rekening met de meest recente gevolgen van de coronacrisis.

Voeding en dranken

De voedselverwerkende industrie is van oudsher een van de grootste industriesectoren in Estland, goed voor zo'n 15% van de totale industriële productie. Er zijn zo’n 450 bedrijven actief binnen deze sector die werk geven aan 13.000 mensen. Er wordt vooral voor de binnenlandse markt geproduceerd, het exportaandeel bedraagt ongeveer 30%. Esten gaan steeds meer prat op lokale en ecologische voedingsproducten. De groeiende middenklasse en expatgemeenschap besteedt geld aan duurdere (voedings)producten. In 2016 was de productie van de Estse voedingsindustrie goed voor 1,4 miljard euro. Ondanks zware internationale concurrentie, slagen de Estse voedingsbedrijven erin een stabiel marktaandeel te handhaven door onder andere te investeren in nieuwe technologieën en meer efficiënte productiemethodes.

Estse voedingsbedrijven zijn vooral actief in de productie van vis, zuivelproducten, vlees, fruit, groenten, brood en drank. De melk-, drank- en visverwerkende industrie zijn de belangrijkste subsectoren binnen de voedselverwerkende nijverheid en vertegenwoordigen samen zo’n 60% van de totale output. De productie van melk is goed voor 25,8% van de totale output, de verwerking van vis is goed voor 26% en de drankindustrie neemt 10% voor haar rekening. De productie van vlees en vleesproducten is goed voor 7%.

Men vindt voedselverwerkende bedrijven over het hele land, maar de grootste concentratie van arbeiders vindt men terug in en rond Tallinn, in de provincies Harju en Lääne-Viru. De grotere bedrijven binnen de vleesverwerkende sector zijn onder andere AS Rakvere Lihakombinaat, AS LINNAMÄE LIHATÖÖSTUS, Atria Group en AS Maag Lihatööstus. AS Leibur, AS Pere Leib Tootmine en AS Eesti Pagar zijn de grotere industriële bakkerijen. Andere grote en bekende bedrijven zijn de bierproducenten AS Saku Õlletehas en AS A. Le Coq, de zuivelproducenten AS Tere en E-Piim, de producent van eieren Eesti Munatooted AS en de visverwerkende bedrijven AS Maseko en Kajax Fishexport AS.

De export van Estse voedingsproducten gaat vooral naar (in volgorde van belangrijkheid) Finland, Letland, Litouwen, Zweden en Duitsland. De eerste plaats van Finland is gedeeltelijk te verklaren door het feit dat er verschillende investeringen van grote Finse voedingsbedrijven (zoals Valio) zijn in Estland.
De visverwerkende sector exporteert het meest (73%), gevolgd door de fruitverwerkende industrie (40%) en melkproducerende sector (38%). De industriële bakkerijen exporteren vrij weinig en zijn vooral gericht op de interne markt (slechts 8% wordt geëxporteerd). Ook de producten van de drankensector zijn vooral bestemd voor de Estse markt, hoewel 1/5 wordt geëxporteerd. De grootste concentratie van bedrijven vindt men terug in de biersector, waar 4 grote brouwerijen instaan voor 97% van de lokale bierproductie. Ook de vleesverwerkende industrie en zuivelnijverheid (in mindere mate) zijn vrij sterk geconcentreerd. Een van de redenen hiervoor is dat kleinere bedrijven het moeilijker hebben om aan de eisen voor veiligheid en hygiëne te voldoen.

Door de erg beperkte lokale productie is de voedingsindustrie in Estland, ook voor ingrediënten en grondstoffen, voor verdere verwerking aangewezen op import. Zo is er vooral een tekort aan hoogkwalitatieve grondstoffen zoals smaakstoffen, additieven en enzymen. Maar ook voor de productie van plantaardige producten (zoals groenten en aardappelen), vetten, oliën en ‘readymade’-voedingsproducten scoort Estland zwak. Die producten worden actief ingevoerd. Men vindt geregeld Belgische groenten en aardappelen terug in de lokale supermarktketens. Met de toetreding tot de EU in mei 2004 verdween de invoerheffing en -beperking voor producten met EU-oorsprong. Waar er vroeger geregeld problemen waren door afwijkende reguleringen, is er nu een duidelijke harmonisering merkbaar.

Meer informatie:

Retail

De retailsector heeft zich na de crisis van 2008-2009 redelijk goed hersteld en begon in de herfst van 2010 opnieuw te groeien na een achteruitgang van 2,5 jaar. In 2018 bedroeg de totaalomzet in de retail 7,1 miljard euro, een groei van 1% ten opzichte van 2017. De Estse kleinhandel is vrij geconcentreerd; een aantal grote ketens dicteert de markt. De niet-gespecialiseerde handel in voeding is in handen van 5 supermarktketens. Het marktaandeel is als volgt verdeeld: COOP (het vroegere ETK) 20,2%, Maxima 17,7%, Rimi 16,6%, Selver 15,8% en Prisma 9%. De crisis zorgde ervoor dat er ontslagen vielen en de erg liberale openingstijden werden teruggeschroefd. Ook kregen de private label producten een belangrijkere plaats in het assortiment. Selver en Rimi zijn de koplopers in deze nieuwe trend. Stocks worden nu verkocht gedurende een langere periode. Voeding blijft de belangrijkste productgroep met een aandeel van ongeveer 30%.

Kleinhandel blijft de belangrijkste economische activiteit wat betreft het aantal actieve bedrijven alsook de nettoverkopen (een aandeel van 40% van alle nettoverkopen in Estland). Ruim 20% van de Estse bedrijven is actief in de kleinhandel. In 2014 waren er 13.760 actieve handelszaken. De laatste twintig jaar is het aantal handelszaken verdubbeld en de gemiddelde retailoppervlakte steeg van 100 naar 200 m². Er is ongeveer 1 m² retailoppervlakte per inwoner. De bouw van grote shoppingscentra is de laatste jaren wat teruggevallen, maar het aanbod blijft erg groot. Hoewel Estland een kleine markt is en zal blijven, is de retail erg modern en professioneel georganiseerd, waardoor er zeker interessante mogelijkheden zijn voor Vlaamse bedrijven.

Het productgamma in de Estse supermarkten bestaat voor 60% uit Estse producten. Het grootste aandeel van binnenlandse producten vindt men terug in de bakkerij-afdeling (96% lokale productie), de afdeling sausen (92%) en melk (90%). Het kleinste binnenlands aandeel vindt men bij de pastaproducten (6%) en margarine (6%). De Estse voedingsproducten worden door de Estse consumenten als erg betrouwbaar beschouwd. Esten trachten in de eerste plaats Estse producten te kopen.

Meer informatie:

Bouw en infrastructuur

Net zoals in Litouwen en Letland kende de Estse bouwsector een ware boom tijdens de laatste jaren vóór de financiële crisis in 2009. 2018 was een absoluut topjaar voor de bouw en het recordvolume van 2007 werd geëvenaard. De totale productie bedroeg 3 miljard euro in 2018, wat een stijging was van maar liefst 18% ten opzichte van 2017. Constructie heeft het meest bijgedragen aan de groei van de binnenlandse bouwmarkt. In vergelijking met 2017 is het bouwvolume toegenomen in nieuwbouw en in reparatie- en reconstructiewerkzaamheden. Het bouwvolume van Estse bouwondernemingen in het buitenland daalde met 13% in vergelijking met 2017. De bouwvolumes in het buitenland vertegenwoordigden 6% van het totale bouwvolume in 2018.

De bouwsector blijft echter een belangrijke werkgever binnen de Estse economie. Er werken ongeveer 60.000 mensen in de bouwsector, goed voor zo'n 10% van de beroepsbevolking. De laatste jaren neemt het aantal tewerkgestelden in de bouw officieel af, maar dit heeft te maken met de influx van buitenlandse werknemers uit o.a. Oekraïne, Moldavië en andere ex-Sovjetstaten. Er zijn zo’n 7.400 bedrijven actief in de sector. Gebouwen zijn goed voor 56% van het bouwvolume en publieke werken voor 44%.

Estland heeft het hoogste loonniveau van de drie Baltische Staten en heeft ook als eerste de euro ingevoerd. De financiën van het land zijn in orde waardoor de bouwsector in Estland de meeste kansen heeft om volledig herop te leven. Er is ook steeds meer interesse van kapitaalkrachtige Finse privépersonen om onroerend goed in Estland te kopen.

Bouwmaterialen (van cement tot behangpapier) worden vooral in Estland zelf geproduceerd. Ongeveer 27% van de geproduceerde materialen wordt uitgevoerd waarbij de export vooral gaat naar de naburige landen. Dit omwille van het feit dat de meeste van deze bouwmaterialen vrij zwaar zijn en transport bijgevolg duur is. In de bouwmaterialensector zijn ongeveer 5.000 mensen werkzaam. Voor de meer gesofistikeerde bouwmaterialen of interieurmaterialen zijn er nog steeds mogelijkheden. Ook voor accessoires of onderdelen voor lokale productie (bv. accessoires voor de productie van deuren) zijn er mogelijkheden, zeker nu de lokale productie opnieuw sterk de hoogte ingaat. De prijs blijft wel een erg belangrijke factor omdat de markt onder erg zware prijsdruk staat en er meer en meer uit lageloonlanden wordt geïmporteerd. Het luxesegment als nichemarkt lijkt opnieuw interessant te worden omwille van de stijgende lonen, maar het blijft wel beperkt.

Meestal wordt voor het bewerken van de Baltische markt met een lokale distributeur gewerkt. Deze distributeur verschilt vaak van land tot land. Nochtans zijn er meer pan-Baltische bedrijven dan vroeger, waardoor het werken met één distributeur voor de drie landen gemakkelijker geworden is. Vragen in verband met certificatie, verpakking en technische specificaties worden best overgelaten aan de lokale distributeur omdat die hiervan het best op de hoogte is. De bouwnormen zijn ondertussen Europees, maar plaatselijke verschillen blijven mogelijk, vooral voor specifieke toepassingen.

In principe zijn er kansen voor de meeste bouwmaterialen uit Vlaanderen, maar volgende productcategorieën blijken meer in trek bij de Baltische bevolking: klinkers, decoratieve stenen (zowel voor interieur als exterieur), vloerbedekking (waarbij prijs een belangrijke rol speelt), PVC-afwerkingsmaterialen, vensterbanken en plaatbedekking voor tafels, dakbedekkingsmaterialen, accessoires voor lokale producten en/of kleine bouwmaterialen.

Transport en logistiek

Transport en logistiek blijven een vitale rol spelen in de Estse economie. De gunstige geografische ligging en de relatief goed ontwikkelde infrastructuur bieden interessante mogelijkheden voor alle transport en logistiek gerichte activiteiten.

De cargosector wordt gedomineerd door het spoorwegtransport (80% van alle vervoerde goederen). Wegtransport is dan weer dominant in het vervoer van passagiers, met meer dan 90%. De structuur van de cargosector is erg veranderd de laatste tien jaar. De omzet van zeecargo is mede door het privatiseringsproces vier keer gedaald in vergelijking met 1994. Het volume van goederen dat per spoor of over de weg wordt vervoerd, is dan weer met respectievelijk 230% en 160% gestegen en blijft dominant. De grootste productgroepen zijn geraffineerde petroleumproducten, oliehoudende leisteen en ruwe petroleum en meststoffen.
De Estonian Railways Ltd is hier de belangrijkste speler met 55% van de totale cargo. De officiële lengte van de publieke spoorwegen in Estland is 918 km waarvan slechts 132 kilometer geëlektrificeerd is. De Estonian Railways Ltd en de South-Western Railways zijn de belangrijkste eigenaars van de publieke spoorwegen. 63% van alle cargo wordt door de spoorwegen vervoerd, 57% daarvan zijn transitgoederen. Estland behoort tot de landen met de laagste dichtheid van het spoorwegnet in Europa, maar het land is wel één van de belangrijkste Oost-West-assen per spoor (van en naar een Estse haven). De Baltische Staten werken nog op Russische spoorbreedte, wat een groot voordeel biedt voor de goederenstromen naar het oosten. Er is wel een vrij grote toename van spoorwegverkeer op de route Tallinn-Tartu, omdat daar snelle treinen worden ingezet. Maar er moet nog een grote weg worden afgelegd vooraleer het reizen per trein de busverbindingen concurrentie kan aandoen. Voor het personenvervoer valt er dus nog heel wat te doen op het gebied van capaciteitsuitbreiding (waaronder het ‘Rail Baltica’-project voor een snelle treinverbinding Berlijn-Warschau-Kaunas-Riga-Tallinn). Andere prioriteiten zijn de modernisering en onderhoud van bestaande infrastructuur, in navolging van de liberalisering van het spoor in 2004 en de aansluiting op het Europese netwerk (Europese spoorbreedte, hogere snelheden van de treinen, etc.). Momenteel is er nog geen aansluiting op de Europese spoorbreedte, hoewel er een aansluiting van Warschau naar Vilnius voorzien wordt. Het grootste deel van het internationale transport beweegt zich over de as Tallinn-St-Petersburg, 96% van Oost naar West en slechts 4% van West naar Oost.

Ondertussen is het Railbaltica project van start gegaan. De Rail Baltica spoorweg zal Tallinn verbinden met Riga, Kaunas, Warschau en Berlijn. In de toekomst zou zelfs een onderzeese spoorwegtunnel tussen Tallinn en Helsinki overwogen worden. Het project kan mogelijk een alternatief bieden op de huidige Via Baltica, de weg die de Baltische staten met Polen en Duitsland verbindt. Naast cargotrafiek zal een hogesnelheidstrein via de Rail Baltica jaarlijks tot 5 miljoen passagiers kunnen vervoeren. Met Rail Baltica zal het dus mogelijk zijn om in 4 uur een afstand van 729 km af te leggen: van Tallinn tot aan de Litouws-Poolse grens. Daarnaast wordt de bouw van een aantal stations alsook verschillende logistieke zones langs de spoorlijn voorzien. De totale kostprijs van het project wordt geraamd op 6 miljard euro en wordt medegefinancierd door de Europese Unie.

Er zijn 4 belangrijke havens in Estland: Port of Tallinn, Port of Pärnu, Port of Kunda en de Port of Sillamae (transport van goederen en passagiers). Alle goederenhavens in Estland zijn toegankelijk voor buitenlandse schepen. De grootste omzet, voor wat betreft internationaal transport van goederen en passagiers, wordt gehaald door Vanasadam (Old City Harbour), Muuga, Paljassaare en Paldiski-Zuid die schepen kunnen ontvangen tot 16,9 meter diepgang. Al deze havens behoren toe aan de haven van Tallinn die in staatshanden is. Ongeveer 95% van het transitgoederentransport passeert via de zeehavens. Het goederentransport via de havens kent een sterke terugval omwille van de Rusland-crisis en sancties. Naast de politieke context biedt de Russische overheid incentives aan om eigen cargo via Russische havens te verschepen.
Begin 2019 was de officiële lengte van het Estse wegennet 59.008 km, waarvan 16.584 km nationale wegen. De toestand van het wegennet is er dankzij de Europese programma’s op vooruit gegaan. De weginfrastructuur op zich is in Estland redelijk ontwikkeld, hoewel men het nog altijd moet stellen met tweevaksbanen. Er wordt echter intensief gemoderniseerd. Verschillende Europese programma’s blijven gericht op de verdere uitbouw (meer bepaald verwijderen van bottlenecks) van de zogenaamde ‘Via Baltica’, een snelweg die Polen met Estland zou moeten verbinden via Litouwen en Letland.

ICT en communicatie

Door een aantal recente ontwikkelingen behoort Estland tot de meest geavanceerde landen binnen de EU wat telecommunicatie-infrastructuur betreft. De belangrijkste nieuwigheid is de invoering van een e-residency programma. Dit maakt dat niet-Esten een soort van verblijfskaart online kunnen aanvragen waarmee vrij eenvoudig een bedrijf kan worden opgericht, hoewel te lezen valt dat dit systeem niet voor iedereen vlot lijkt te werken. Verder gebeurt 90% van alle banktransacties elektronisch. 98% van de internetgebruikers voert zijn dagdagelijkse banktransacties uit via het internet. Stemmen kan al sinds 2006 online. De regering maakt alle wetsvoorstellen beschikbaar op het internet zodat de bevolking erop kan reageren. Het programma Skype werd in Estland ontworpen en internationale IT-bedrijven zoals Transferwise of Taxify maken furore. Ondank de successen van de Estse ICT-sector dient men met enige voorzichtigheid te kijken naar de recente "buzz" en promotie van de sector waar marketing soms teveel vooropstaat ten opzichte van inhoud. Bovendien dient men ook rekening te houden met het grote tekort aan ICT-specialisten, dat ook in Estland bestaat.

De Estse IT-sector is vrij geconcentreerd omdat een achttal grote spelers tot 75% van alle omzet genereert. De totale ICT-markt in Estland omvat ongeveer 3700 bedrijven, goed voor een tewerkstelling van 4% van de totale Estse beroepsbevolking. De sector wordt gedomineerd door de telecommunicatiebedrijven. Veel ICT-bedrijven ontwikkelen software (vaak voor grote internationale spelers, vooral in Finland en Zweden). Het is zeker interessant om het jaarlijkse flagship event ‘Latitude59’ van de sector te bezoeken: het vindt plaats in mei in Tallinn.

Studies van andere sectoren

Specifieke vraag of probleem?

Flanders Investment & Trade heeft een wereldwijd netwerk van experten dat uw bedrijf ter plaatse helpt.

Ontdek wat FIT voor u kan doen in Estland